De Lutherse Kerk in de Amersfoortse binnenstad herbergt een uniek orgel. Het werd in 1766 door J.H.H. Bätz gebouwd en is het oudste orgel van de stad. Van de pijpen en andere onderdelen dateert het grootste deel nog uit 1766; het oorspronkelijke karakter is hierdoor goed bewaard gebleven. Dit verklaart de alom geprezen bijzondere klank van dit orgel. Het orgel functioneert tijdens kerkdiensten maar ook in concerten (bijvoorbeeld de serie: Muziek na de Markt op zaterdagmiddag), zowel als solo-instrument als samen met andere instrumenten en zangers.

Orgelbouwer Bätz

Johann Heinrich Hartmann Bätz (1709-1770), geboren in Saksen, kwam in 1733 naar Nederland en werkte als meesterknecht van Christian Müller onder andere aan het beroemde orgel van de St. Bavo te Haarlem. Bätz geldt als een van de meest toonaangevende orgelmakers in Nederland in de periode 1740-1770 en als grondlegger van een belangrijk familiebedrijf dat van 1739 tot 1902 heeft bestaan.

Bätz bouwde een orgel met 9 registers op één manuaal (handklavier) en een daaraan aangehangen pedaal (voetklavier). Zijn zoon Gideon Thomas Bätz voegde in 1796 nog een register (de Dulciaan 8′) toe. In 1873 breidde de firma J. Bätz & Co het orgel uit met een tweede manuaal. Het pijpwerk daarvoor werd opgesteld in een aparte kast achter het bestaande orgel. Zo ontstond een uniek ‘dubbel-orgel’ van 13 registers, met een ‘divisie’ uit 1766 en een uit 1873. De divisie uit 1766 (met ook het pedaalklavier en de blaasbalgen) bleef grotendeels gaaf bewaard, het werk uit 1873 is zelfs nog volledig ‘authentiek’. Het orgel is dan ook een rijksmonument van de hoogste categorie en het geniet landelijke bekendheid. En ook internationaal is er belangstelling voor, bijvoorbeeld van het project ‘Organ hunting’ uit Zweden.

Bezoek door het 'Organ hunting team'

Restauratie

Het orgel is in 2016 volledig gerestaureerd door orgelbouwer Flentrop uit Zaandam. 

Meer weten:
Een zeer uitgebreid verslag van het onderzoek naar de historie van het orgel en de restauratie in 2016 is beschreven door Jaap Jan Steensma en Peter van Dijk in het tijdschrift ‘Het Orgel’, themanummer: Bätz. Jaargang 113 (2017) nummer 6. p. 8-23.

Technische gegevens (situatie 2016)

Werkindeling: HW, NW, aangehangen pedaal
Dispositie
in lade-volgorde,
volgens registeropschriften:
Hoofdwerk (II)
Prestant 8’
Cornet D 3 st.
Roerfluit 8’
Viola di Gamba 8’
Octaaf 4’
Gemshoorn 4’
Superoctaaf 2’
Flageolet 1 1/2
Quint 3’
Dulciaan 8’ B/D
Nevenwerk (I)
Holfluit 8’
Viola 8’
Fluit 4’
Werktuigelijke registers: Koppeling HW-Pos
Koppel Ped-HW of Ped-NW (trede)
Samenstelling vulstem: Cornet HW c1: 3-2-1 3/5
Toonhoogte: a1 = 438,5
Manuaalomvang: C-d3
Pedaalomvang: C-c1
Windvoorziening: twee spaanbalgen
Winddruk: 73 mm
Plaats klaviatuur: achterzijde hoofdkas

Start met typen en druk op Enter om te zoeken