Over menselijke waardigheid en heftige vragen
Het kunstwerk van deze maand heet ‘Op drift’ en is een ensemble van keramiek, zeefdruk en andere technieken van de kunstenaars Imy Baron en Wicky Nobels. We hadden een mooie bijeenkomst met de formule ‘kijk, denk en verwonder’. Een impressie van de hand van Wijnt van Asselt hieronder.
Ongemakkelijke vragen zonder gemakkelijke antwoorden
Je laten raken door het gelaat van de ander. Dat is het appel dat uitgaat van Op drift kunstwerk van Imy Baron en Wicky Nobel, waarin vluchtelingen verbeeld zijn die sterven op de Middellandse Zee. Er zijn geen makkelijke oplossingen of eenvoudige antwoorden, ook niet op de vraag wat te doen. Laat je raken door het gelaat van de ander, zodat medemenselijkheid ruimte blijft krijgen.
Alleen vanuit die medemenselijkheid is een verantwoord antwoord denkbaar, of, zoals Renee van Riessen verwoordt in haar boek over Levinas: “We kunnen geraakt worden op allerlei manieren, maar het diepste worden we geraakt in de ethische affectiviteit. Daar is onze betrokkenheid bij anderen het grootst en ook het meest urgent. Die ethische affectiviteit culmineert in het waarnemen van en reageren op de sterfelijkheid van anderen.”
Ik had het ook kunnen zijn
Deze affectiviteit, die niet naar het bekende uitgaat maar naar de ongekende medemens, sluit niet alleen de ander in, in plaats van buiten, je wordt ook zelf ingesloten. Zo gaat de spiegel in het kunstwerk ook een andere rol vervullen dan die van de zee of de weerspiegeling als grens van Europa. Door het zien van je eigen spiegelbeeld in het kunstwerk maak je ineens deel uit van de gezichten die in het werk verbeeld zijn, ‘op drift’ zijn in de Middellandse Zee. Ook ik. Ik had het ook kunnen zijn. Plotseling is er iets wat Levinas het ‘oneindige’ noemt, de werkelijke ontmoeting tussen eindige, en daarmee kwetsbare mensen.
Geen makkelijke antwoorden, of eenvoudige oplossingen, maar als dit ‘oneindige’ het uitgangspunt zou kunnen zijn, dan is er een begin, steeds opnieuw.
Albatrossen
Ze vliegen horizonnen achterna
duwen snavels in de punt
waar zee en lucht elkaar raken
ogend naar iets om op te kunnen stuiten
tot ze stuiten op iets
oranje
-maar dat weten albatrossen niet-
zwemvesten op weg naar beter
maar wanneer weet je dat
het waar is of waar het is
voordat je een kust bereikt
en iemand je aan een zouten hand
het water uittrekt.
Of niet.
Zwemvesten hebben hun
onschuld verloren in zee
-maar dat weten albatrossen niet-
albatrossen landen op oranje bodem
van goedzoekers of andere oeverlozen
rusten een ogenblik hun vleugels
langs bloedvermoeide oksels
en een zilt geworden oogopslag.
Wijnt van Asselt