Stille week
De stille week was dit jaar anders dan anders. Stil, maar niet minder levend. Online konden de, in gezamenlijkheid met de Bergkerk, gevierde diensten worden gevolgd. Het evangelie naar Johannes hoofdstuk 18 en 19 werd gelezen met meerdere stemmen. De koralen uit de ‘Johannespassie’ van Jan Jansen werden gelezen en gezongen door Karel Barten, Richard Vos en Cees-Willem van Vliet. Hoe verrassend was het om aan het einde van de dienst op Goede Vrijdag ineens een tromslag te horen waarmee het lied ‘Des konings vaandels gaan vooraan’ inzette, een voor-middeleeuwse Latijnse hymne. Het werd gezongen in de vertaling van Jan Willem Schulte Nordholt, die, samen met de melodie, de middeleeuwse sfeer heel mooi weergaf.
Op Paasmorgen vierden we het feest van de opstanding. “Heen en weer geslingerd tussen feest en verdriet”, zo verwoordde Diederiek van Loo het Paasfeest in de overweging. Nooit is het alleen maar feest, soms voelt het als alleen maar donker. Zo ervaren mensen het soms ook in deze tijd, van de Coronacrisis. Maar ook het donker wijkt. De oren en ogen van Maria Magdalena gaan open als zij, bij het lege graf, haar naam hoort noemen. Ze ziet Jezus, “van aangezicht tot aangezicht, zoals het ons beloofd is”, zo eindigt Diederiek de overweging. Het is aan ons, om elkaar steeds weer in de ogen te kijken en deze belofte te leven